Voor groente en fruit gebruiken we de volgende labels om te duiden hoe een product wordt geteeld: onbespoten, biologisch, EKO of bio-dynamisch. Producten zonder label zijn ‘gangbaar’ geteeld. Wat zijn de verschillen tussen deze benamingen en keurmerken? En wat heeft Skal Biocontrole daarmee te maken?
Gangbaar
Alle landbouwbedrijven die niet biologisch, EKO of bio-dynamisch telen vallen onder de gangbare landbouw. Binnen deze grote groep kunnen er onderling best grote verschillen zijn. Wat de ene boer acceptabel vindt, kan voor de andere boer misschien te ver gaan en andersom. Maar wat ze in meer of mindere mate gemeen hebben, is de focus op efficiënte landbouw met een hoge opbrengst per plant of landbouwoppervlakte en succesvolle oogst. Dat kan betekenen dat deze boeren technieken en/of middelen toepassen om het proces (bij) te sturen, met als doel een goed verkoopbare oogst. Zo kan er kunstmest worden gebruikt om een product sneller te laten groeien of chemische bestrijdingsmiddelen om het gewas te beschermen voor ziektes en ongedierte. Een andere overeenkomst is dat gangbare boeren meestal een beperkt aantal gewassen en op grotere schaal telen.
Onbespoten
Het label ‘onbespoten’ gebruiken we als er geen bestrijdingsmiddelen op het gewas of in de bodem worden gebruikt, maar de boer of teler is niet in het bezit van één van de certificaten. Soms is dit een bewuste keuze, omdat een boer of teler zich niet kan vinden in de eisen die worden gesteld. Of omdat een dergelijke procedure in verhouding te veel werk met zich meebrengt, dat het onderaan de streep niet rendabel is. Maar het kan ook zijn dat er niet volledig aan de eisen kan worden voldaan omdat er bijvoorbeeld elders op het erf een gewas wordt geteeld waar wel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.
Biologisch
Het keurmerk ‘biologisch’ maakt duidelijk dat een product aan de EU-regels* voor biologische landbouw voldoet. De biologische landbouwnormen zijn gebaseerd op behoud van milieu, natuur, landschap en dierenwelzijn. Zo mogen er geen chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest worden gebruikt. Er worden geen genetische modificeerde zaden gebruikt. En er wordt bij de productie van vlees rekening gehouden met het dierenwelzijn. Een misvatting is dat er helemaal geen bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt, biologische bestrijdingsmiddelen van plantaardige, dierlijke of minerale oorsprong zijn wel toegestaan.
EKO
Het keurmerk ‘EKO’ voldoet als basis aan alle Europese eisen voor het keurmerk ‘biologisch’, maar gaat nog een stapje verder op het gebied van circulaire landbouw, energiegebruik, bodemkwaliteit, biodiversiteit, dierenwelzijn en transparantie. Elke sector heeft zo zijn eigen checklist waar ze aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor het EKO-keurmerk. Zo worden er in de glaslandbouw (kassen) speciale eisen gesteld op het gebied van groene energie.
Bio-dynamisch
Het keurmerk ‘Demeter’ staat voor biologisch-dynamische landbouw. Ook dit keurmerk voldoet als basis aan alle Europese eisen voor het keurmerk ‘biologisch’, maar vindt zijn oorsprong in de antroposofie. Het keurmerk Demeter stamt dan ook al uit 1828.
Boeren die biodynamisch telen zien hun bedrijf als een levend organisme met een gesloten kringloop. Gewassen, planten en dieren krijgen alle tijd om te groeien en sterk te worden. De basis daarvoor is een rijk bodemleven dat bereikt wordt door een lage, natuurlijke bemesting en een ruime vruchtwisseling.
* In Nederland heeft het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de organisatie Skal Biocontrole aangewezen om toezicht te houden op wie mag handelen met de keurmerken ‘biologisch’, EKO en Demeter. Tijdens jaarlijkse bezoeken aan biologische bedrijven controleert Skal of zij voldoen aan de EU-verordening, de Nederlandse Landbouwkwaliteitswet en de reglementen en grondslagen van Skal Biocontrole.