Spruiten zijn echte wintergroenten. Door de kou worden ze alleen maar lekkerder. Dat zit zo: planten bevatten zetmeel dat voor de groei van de plant wordt omgezet in suikers. Zodra het koud wordt, doen ze er nog een tandje bovenop en maken ze sneller glucose aan. Glucose verlaagt het vriespunt van water waardoor de plant minder last heeft van de vorst én het maakt de spruitjes zoeter.
Boost voor je gezondheid
Spruiten bevatten precies wat wij extra nodig hebben om de winter door te komen. Ze zijn rijk aan vitamine C (meer dan sinaasappels), kalium, magnesium, fosfor, vezels, en vitamine A en B1.
Langzaam groeien
Er zijn meer dan 30 rassen spruitkool. Spruiten kun je prima kweken in je eigen (moes)tuin. Kies voor een lichte, voedzame kleigrond. Spruitjes zaai je in het voorjaar. Ga je voor een vroege oogst in september? Begin dan in februari met zaaien. Voor een late oogst zaai je in april, dan oogst je pas in de winter. Goed om te weten: hoe kleiner de spruitjes, hoe smaakvoller, dus wacht niet te lang met oogsten.
Spruiten bereiden
Spruitjes hebben een mild bittere koolsmaak die kinderen vaak niet zo lekker vinden. Als je andere ingrediënten toevoegt, wordt deze smaak minder uitgesproken. Veel mensen houden niet van de lucht die in huis ontstaat als je spruitjes kookt. Deze geur is te wijten aan de zwavel die vrijkomt bij het koken. Wil je deze lucht voorkomen? Kook dan een uitje mee of doe er wat melk bij.